Verhardingen en omgevingsvergunning

Waarom is het belangrijk om goed na te denken over waar we verhardingen aanbrengen en waar niet?

Door het veranderende klimaat krijgen we steeds meer te maken met extremere weersomstandigheden zoals hevige regenval en lange periodes van droogte. Verhardingen zorgen ervoor dat water niet of minder snel in de bodem kan dringen. Hierdoor worden onze oppervlakte- en grondwaterreserves minder aangevuld hetgeen in perioden van droogte aanleiding kan geven tot watertekorten. In periodes van hevige regenval kan een teveel aan verhardingen aanleiding geven tot wateroverlast.

Wat is verharding?

Onder verharding verstaan we zowel de niet-waterdoorlaatbare verhardingen, zoals bv. klinkers en tegels, als de waterdoorlaatbare verhardingen zoals bv. grasdals, dolomiet, kiezels, kunstgras, grindpaden…

Wat zijn niet-overdekte constructies?

Niet-overdekte constructies zijn constructies zonder bouwvolume waarvan de hoogte beperkt is tot 1,5 meter boven het maaiveld. Niet overdekte constructies zijn niet alleen verhardingen zoals een terras of tuinpad, maar ook een (zwem)vijver of zwembad, gemetste barbecue, propaangastank of mazouttank.

Wat zijn nu juist je voor-, zij- of achtertuin?

Op de figuur hiernaast kan je zien waar deze zones zich juist bevinden. Let op, op hoekpercelen bestaan grote delen van het perceel uit voortuinstrook en is de tuinzone beperkt.

Wanneer heb je geen omgevingsvergunning nodig voor de aanleg van verhardingen?

In de voortuin heb je geen omgevingsvergunning nodig voor de strikt noodzakelijke toegangen tot de woning. Strikt noodzakelijke toegangen zijn de oprit naar de garage met een maximale breedte van 3 meter en een looppad van maximaal 1,5 meter breed naar je voordeur. Strikt noodzakelijke toegangen zijn steeds de kortst mogelijke verbinding tussen het openbaar domein en de garage of voordeur.

In je zij- of achtertuin heb je geen vergunning nodig voor verhardingen indien de som van de oppervlakten van alle aanwezige niet-overdekte constructies maximaal 80 m² bedraagt.

Deze vrijstelling geldt alleen als de niet overdekte constructies zich op minstens 1 meter van de perceelsgrens bevinden, binnen een straal van 30 meter van de woning en voor zover het hemelwater dat op de niet-overdekte constructies valt, op natuurlijke wijze op je eigendom in de bodem infiltreert.

Voor alle andere verhardingen moet er dus WEL een aanvraag tot omgevingsvergunning ingediend worden.

Enkele voorbeelden:

  • Je wil een terras aanleggen van 40m² achter je woning. Naast je huis ligt er al een pad naar een zijdeur met een oppervlakte van 10m². Ook heb je al een zwembad liggen van 50m². Dat wil zeggen dat je al 60m² aan niet overdekte constructies hebt liggen in de zijtuin en achtertuin. Als je dan nog een terras wil aanleggen van 40m², dan heb je in totaal 50+10+40 = 100m² aan niet overdekte constructies in de zijtuin en achtertuin en dus moet je een omgevingsvergunning aanvragen voor de aanleg van je terras.
  • Je wil een zwembad van 3 meter op 6 meter (18 m²) aanleggen in je achtertuin op 2 meter van de perceelsgrens. Je hebt al een terras van 30 m² en een tuinhuis van 20 m²in de achtertuin. Hiervoor is geen omgevingsvergunning nodig omdat je 80m² aan niet-overdekte constructies niet overschrijdt.
  • Je wil een oprit van 4 meter breed aanleggen voor de toegang tot je garage. Je hebt een omgevingsvergunning nodig omdat de oprit gelegen in de voortuinstrook breder is dan 3 meter.
  • Je wil een vaste barbecue metsen met een hoogte van 2 meter naast je terras. Je hebt een omgevingsvergunning nodig, ook al zit je onder de totale oppervlakte van 80 m². De vrijstelling is enkel geldig als het gaat om een verharding die niet meer dan 1.5 meter boven het maaiveld uitsteekt.
  • Een omgevingsvergunning is altijd nodig voor de aanleg van parkeerplaatsen in je voortuin aangezien het hier niet gaat over een strikt noodzakelijke toegang tot je woning.

Wat met overwelvingen van baangrachten en verhardingen?

Indien een baangracht moet overwelfd worden voor de aanleg van een toegang naar voordeur of garage, dan is voor de overwelving altijd een omgevingsvergunning nodig.

Indien je aansluitend op de overwelving van de baangracht een oprit breder dan 3 meter of een toegang naar de voordeur breder dan 1,5 meter wil aanleggen, dan moet u hiervoor een omgevingsvergunning aanvragen.

Wat als je grondwater wil oppompen voor de aanleg van je zwembad, zwemvijver of siervijver?

Als er een bronbemaling (het wegzuigen van grondwater) noodzakelijk is voor de aanleg van je zwembad, zwemvijver of siervijver, moet je een omgevingsvergunning of omgevingsmelding aanvragen.

Meer informatie

Op www.omgevingsloket.be vind je alle informatie terug hoe je aanvraag voor omgevingsvergunning of melding moet indienen.

Indien je moeilijkheden ondervindt bij je aanvraag of melding voor de aanleg van verhardingen kan je na afspraak terecht op de dienst ruimtelijke ordening. 

Voor meer informatie over een bronbemaling kan je terecht op de dienst leefmilieu.