In 1561 transformeerde Erard de Cotereau de oorspronkelijke hoeve ten Driesche tot een verfijnd adellijk kasteel in renaissancestijl. Het kasteel kreeg een imposante ingang, gemarkeerd door een grote poort, waarvoor een ophaalbrug over de slotgracht lag. In 1898 werd deze poort dichtgemetseld, waarbij de vrijgekomen ruimte werd omgevormd tot een sfeervolle slotkapel.
Je kan de poortboog met elementen uit 1561 nog steeds bewonderen. Twee Dorische zuilen flankeren de poort, met een boog waarin centraal een leeuwenkop prijkt. Door de muilen van de leeuwenkoppen aan weerszijden boven de poortboog gleed vroeger de ketting van de ophaalbrug.
Op een uitsnede uit een manuscript geschreven in opdracht van Marie de Cotereau in 1636 zie je de poort met ophaalbrug ervoor.
