Enkele inwoners droomden een tijdje geleden hardop van een hymne van Malle, oftewel een lied dat door alle Mallenaren herkend en meegezongen kan worden. Die droom werd intussen werkelijkheid, met dank aan Mallenaar Jan De Cock die zich onderdompelde in alles wat zo eigen is aan Malle en op basis daarvan een hymne schreef. Stefan Willems zette er vervolgens meerdere stemmen op.
De tekst van de hymne van Malle vind je hier terug.
Waar diamanten dennenappels zijn,
ons elixir het bier van de Trappisten.
Waar kerken nu en dan hun toren misten.
Waar arbeid bloeit op industrieterrein.
(Refrein)
Daar is mijn land, mijn zandgrond voor ons allen.
Daar staat mijn huis.
Mijn hart ligt hier in Malle.
Men schaaft er woorden, meubelen en kaas,
ontgint er klei, men bakt er brood en stenen.
Men hoort er klokken veel meer nog dan sirenen.
Duizend studenten en kinderen zijn er baas.
De molen wiekt, natuur is er een punt.
In haar kastelen mag menig mens nog dromen.
Den berg draagt Maria en drie bomen.
Aan onze zielen is eeuwigheid gegund.